In dit scherm kunt u de vector kiezen die gebruikt is in de activiteit. Wanneer bij de vector een pathogeniteitsklasse is vastgelegd dan wordt deze automatisch overgenomen. Op het moment dat deze leeg of 0 is kunt u deze pathogeniteitsklasse nog aanpassen. Verder kunt u aangeven of de vector voorkomt op de lijst A2 van bijlage 2. Wanneer dat niet het gevel is dan moet u bij de aanvraag ook een zogenaamde vectorkaart toevoegen met daarin alle functionele onderdelen. Voor vectoren die niet voldoen aan de criteria in artikel 5.2 van bijlage 5 dienen de afwijkende onderdelen worden opgenomen in het opmerkingenveld. Als de vectorkaart aanwezig is vinkt u het veld 'Vectorkaart aanwezig' aan.